Het profeetschap van de Jezus

Elke moslim gelooft dat alle profeten en boodschappers hun plicht deden wat betreft het verspreiden van de boodschap van het geloof in de Eenheid van God. Een moslim behoort van hen allen te houden en hen te eren. Ons wordt ook bevolen door God om hen te verdedigen. God, de Verhevene, zegt:Zegt: “Wij geloven in Allah en wat er aan ons is neer gezonden en wat er is neer gezonden aan Ibrahim en Ismail en Ishaq en Yaqub en de kinderen van Yaqub en wat er is gegeven aan Musa en Isa en wat er is gegeven van hun Heer aan de profeten. Wij maken geen enkel onderscheid tussen hen en wij onderwerpen ons aan Hem.” Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de Leiding. En als zij zich afwenden: voorwaar, dan zijn zij het die in vijandschap (jegens jullie) verkeren. Allah zal jou (O Mohamed) dan beschermen tegen hen. En Hij is de Alhorende, de Alwetende. (Qur’an 2: 136-137)

Voor de komst van de Profeet Mozes werden de kinderen van Israël gekleineerd en werden ze gedwongen tot harde fysieke arbeid. God, de Verhevene, zegt:En (gedenkt) toen Wij hen redden van de volgelingen van Fir’aun, zij kwelden jullie met de ergste bestraffing; zij doodden jullie zonen en lieten jullie dochters in leven. En daarin was een geweldige beproeving van jullie Heer. (Qur’an 7:141)

En toen zegende Allah hen met de Profeet Mozes en hun omstandigheden veranderden van slecht naar goed. God, de Verhevene, zegt:En aan het volk dat onderdrukt was geweest, deden Wij gebieden ten Oosten en ten Westen van het land erven, die Wij zegenden. En het mooie Woord van jouw Heer werd bewaarheid voor de Kinderen van Israël omdat zij geduldig waren geweest. En Wij verwoestten wat Fir’aun en zijn volk hadden gemaakt en wat zij plachten te bouwen. (Qur’an 7:137)

Daarna dwaalden de Kinderen van Israël af van het pad van God en daarom stuurde God hen de Profeet Jezus om hen terug te leiden naar het Rechte Pad. God, de Verhevene, zegt:En Wij lieten Isa, zoon van Maryam, in hun voetstappen volgen, ter bevestiging van wat er van de Thora (reeds) vóór hem was. En Wij gaven hem de Injil (het Evangelie) met daarin Leiding en Licht en een bevestiging van wat er van de Thora (reeds) vóór hem was: als een leiding en een onderricht voor de Mutaqoun (de godvrezenden). (Qur’an 5:46)

De Profeet Jezus nam de leiding en riep de Kinderen van Israël op tot het geloof in de Eenheid van God en om alleen God te aanbidden en dat ze de geboden in het Evangelie volgen. God, de Verhevene, zegt: En toen Isa met de duidelijke bewijzen kwam, zei hij: “Ik heb jullie waarlijk de wijsheid gebracht, zodat ik jullie een aantal zaken, waarover jullie van mening verschillen, verduidelijk. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. Voorwaar, Allah is mijn Heer en jullie Heer, aanbidt Hem daarom. Dit is het rechte Pad.” (Qur’an 43:63-4)

Toen de Profeet Jezus zag dat zij niet geloofden en de waarheid verwierpen en vasthielden aan hun ongeloof, zocht hij steun bij degenen die wel geloofden onder zijn volk: twaalf van hen, bekend als de Apostels. Zij beantwoordden zijn roep en betuigden hun steun. Allah, de Verhevene, zegt:En toen Isa ongeloof bij hen ontdekte, zei hij: ”Wie zijn mijn helpers (op het rechte Pad) naar Allah?” Zijn metgezellen zeiden: “Wij zijn helpers van Allah, wij geloven in Allah en getuigen dat wij ons overgegeven hebben. Onze Heer, wij geloven in wat U neer gezonden hebt en wij volgen de Boodschapper en schrijf ons daarom op bij de getuigen (van de Eenheid van Allah).” (Qur’an 3:52-3)