De blijde boodschap van de Profeet Jezus over de komst van de Profeet Mohamed
De Boodschap van elke Profeet was in de kern gelijk. God, de Verhevene, zegt: En (gedenkt) toen Allah een overeenkomst aanging met de Profeten (en zei): “Wat Ik jullie ook gegeven heb van de Schrift en de Wijsheid; en er komt daarna een Boodschapper tot jullie ter bevestiging van wat er bij jullie is: Jullie zullen zeker in hem geloven en hem zeker helpen.” Hij zei: “Erkennen jullie dit en aanvaarden jullie Mijn verbond?” Zij zeiden: “Wij erkennen het.” Hij (Allah) zei: “Getuigt dan en Ik behoor met jullie tot degenen die getuigen.” En die zich daarna afwenden: dat zijn degenen die zware zonden begaan. (Quran 3:81-82)
De Profeet Jezus vroeg zijn volk om te geloven in de volgende Profeet, Mohamed. God, de Verhevene, zegt:O Kinderen van Israël! Gedenkt Mijn gunst die Ik jullie geschonken heb en houdt jullie aan het verbond met Mij, dan houd Ik Mij aan het verbond met jullie. En vreest daarom alleen Mij. En gelooft in wat Ik heb neer gezonden (de Qur’an), als bevestiging van wat bij jullie is, en weest niet de eersten die daarin niet geloven. En verruilt Mijn Verzen niet voor een geringe prijs. En vreest daarom alleen Mij. En vermengt de Waarheid niet met de valsheid en verbergt de Waarheid niet terwijl jullie het weten. (Qur’an 2:40-42)
Jezus Christus was een profeet in een lange rij profeten die waren gezonden naar de Kinderen van Israël. Er staat in de bijbel dat hij zei:Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israëls. (Mattheus 15:24)
Toen Jezus zijn discipelen uitzond op het pad van God, instrueerde hij hen:Gij zult niet heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen. Maar gaat veel meer heen tot de verloren schapen van het huis Israëls. (Mattheus 10:5-6)
Gedurende zijn missie is nooit opgetekend dat Jezus een heiden bekeerde. Er is wel opgetekend dat hij een heiden bestrafte omdat zij een gunst van hem vroeg. Hij vergeleek haar met een hond (zie Mattheus 15:22-28 en Marcus 7:25-30).
Jezus was zelf een Jood, zijn discipelen waren Joden en zowel hij als zij richtten hun missie op de Joden. Je kunt je afvragen wat dit voor ons, nu, betekent, want de meesten die Jezus hebben aangenomen als hun persoonlijke redder, zijn heidenen en behoren niet tot de ‘verloren schapen van het huis van Israël’ naar wie hij was gestuurd!
Uit deze passage leren we ook dat Jezus niet was gestuurd naar de gehele mensheid. God, de Verhevene, zegt:En (gedenkt) toen Isa, de zoon van Maryam, zei: “O Kinderen van Israël, voorwaar, ik ben voor jullie de Boodschapper van Allah, ter bevestiging van wat er vóór mij is van de Thora en als verkondiger van een verheugende tijding over een Boodschapper die na mij komt, zijn naam is Ahmad.” Toen hij dan met duidelijke bewijzen tot hen kwam, zeiden zij: “Dit is duidelijke toverij.” (Qur’an 61:6)
Un lector objetivo, que ha liberado su mente de creer en algo ciegamente a si sean sus padres y abuelos, si se pregunta a sí mismo ¿Existe algún impedimento en creer que Muhammad (con él sea la paz y las bendiciones) fuera un Mensajero enviado por Dios, bendito y enaltecido sea, siendo que envió muchos Mensajero anteriormente? Si la respuesta es que no hay impedimento razonable ni religioso ¿Por qué negar su Mensaje y Profecía para toda la humanidad (con él sea la paz y las bendiciones) y confirmar que hubo Mensajes y Profetas anteriores?